Inspiratie Kiara Truyen over de deugd van stervensbegeleiding: “Je weet dat je echt iets betekent”

Kiara Truyen over de deugd van stervensbegeleiding: “Je weet dat je echt iets betekent”

De weg die een mens aflegt in het leven is soms heel mooi. Kiara Truyen vond haar droomjob niet in de autosector. Ze stapte over naar Altrio Thuisverpleging waar stervensbegeleiding tot een intens verhaal leidde. Dat laten we haar zelf even vertellen.
“Deze stervensbegeleiding was bijzonder omdat ik van begin tot einde erbij betrokken was. Ik was op dat moment pas afgestudeerd, had nog weinig ervaring. Ik leerde toen deze vrouw kennen, de zoon woonde nog bij haar in. Hij moest naar het ziekenhuis voor een operatie. Op dat moment ging het bergaf met haar. Ze moest zelf naar het ziekenhuis waar haar toestand nog verslechterde. Maar ze wilde terug naar huis. Deze vrouw was helemaal op, het was voor haar genoeg geweest. Haar grootste angst was om te overlijden in een ziekenhuis. Ze wilde thuis sterven. Die fase hebben we voor haar zo aangenaam mogelijk proberen te maken. We hebben haar met zoveel mogelijk respect behandeld. Drie keer per dag gingen we langs. Ook hebben we via nachtzorg de zoon proberen te ontlasten, want voor hem was het heel zwaar. Na ongeveer twee weken is ze zonder pijn en angst gestorven. Dat hebben we voor haar kunnen waarmaken. Daarop ben ik eigenlijk wel trots. Ook de zoon was ons erg dankbaar dat hij de wens van zijn moeder heeft kunnen vervullen.”

Tussen thuisverplegers en de stervende mens kan een erg hechte band ontstaan. Dat kan Kiara Truyen bevestigen.
“Is het omdat die mensen naar ons opkijken omdat we verplegers zijn? Deze vrouw zag mij in elk geval heel graag. Ze was dol op onze hele groep. Als dank voor de verzorging kregen we na haar dood zelfs een etentje cadeau. Dat had ze zo voorbereid. Ik vond dat een heel mooi gebaar. Ook de vermelding op het doodskaartje deed me wel wat. Ik had aan haar beloofd om haar echt tot het einde te verzorgen. Daarom heb ik ook de opbaring gedaan. Die eindverantwoordelijkheid bezorgde me wel stress, het was mentaal zwaar. Ik wilde ervoor zorgen dat ze erbij lag zoals ze werkelijk was. Dat is voor de familie altijd belangrijk. En haar familie was uiteindelijk heel tevreden. ‘Het is echt ons moe’, vernam ik. Dat gaf me veel voldoening. Want ik was daar bijna kind in huis, zo betrokken. Soms voelde ik me zelf niet goed, dan werd er wat voor mij gezorgd. Dat vond ik magnifiek. Ik heb nog altijd contact met de zoon. Ook omdat hij geen tijd had om te rouwen. Bij de mensen achteraf eens langsgaan, om een koffietje te drinken bijvoorbeeld. Dat is iets wat ik bijna altijd doe. Ik vind dat mijn werk niet stopt na het sterven. Hoe gaat het nu met die familie? Dan spring ik nog eens binnen, gewoon voor een babbeltje. Die zoon verloor niet alleen zijn moeder. Onze zorg viel ook weg. De nabestaanden vallen dan echt in een gat. ”

Kunnen sterven volgens jouw wens, dat is mooi. Toch kan het laatste moment nog in het teken staan van doodsangst.
“Dat is zo. Sterven blijft natuurlijk het grote onbekende. Op sommige vragen hebben ook wij geen antwoord. Op dat vlak kan stervensbegeleiding nog altijd beter. Zo is er voor ons weinig tijd om te rouwen. De dag erna moet je weer aan het werk. Dat is soms wel moeilijk. Daar werkt Sereni zeker aan, om dat nog te verbeteren.”

Toch blijf thuisverpleging Kiara’s passie. En zeggen dat ze eerst in een totaal andere beroepswereld zat.
“Dat verhaal begint bij een ongeval waarbij iemand lang in coma lag. Die jongen moest alles opnieuw leren. De zorgen werden voor zijn moeder te zwaar. Die jongen is bij ons in huis gekomen. Ik kende hem niet, maar heb me over hem ontfermd. Ik heb hem tijdens dat proces verzorgd. Ik deed dat echt graag. Iemand helpen, met iemand iets bereiken, dat gaf me een goed gevoel. Daarom besloot ik om voor verpleging te gaan. Ik was op dat moment 22 jaar. Daarvoor werkte ik in een magazijn bij Volvo. Het was een periode waarin ik niet wist wat ik echt wilde doen. Verpleegkunde studeren werd wel een doel. En mijn stage in thuisverpleging lag me na aan het hart. Bij mensen binnen komen, daar heel veel voor kunnen doen. Ik ga niet zeggen dat je familie wordt, maar het komt ergens wel in de buurt. Je gaat weer naar buiten en je ziet een lach op het gezicht. Dan weet je dat je echt iets betekent.”